De geschiedenis zit vol met uitvindingen die ‘in de lucht’ leken te hangen en vervolgens bijna gelijktijdig op meerdere plekken werden gedaan.

Volgens Kevin Kelly, medeoprichter van het tijdschrift Wired, komt dit doordat technologische ontwikkelingen zich al sinds het begin der tijden volgens een bepaalde logica opstapelen. Individuele uitvinders zijn daarbij veel minder belangrijk dan de uitvinding zelf. Hij stelt zelfs dat wanneer Einstein niet had bestaan, dezelfde wetenschappelijke ontdekkingen hooguit tien jaar later zouden zijn gedaan.

Verder laat Kelly zien dat het begrip technologie veel breder is dan we vaak denken. Volgens hem zijn bijvoorbeeld steden, muziek, onderwijs en taal óók technologieën. Een andere stellingname is tot slot dat technologie in essentie niets anders is dan de voortzetting van onze eigen evolutie. De scheidslijn tussen natuur en technologie is daarmee veel minder scherp en duidelijk dan we vaak denken.

Boeiende materie, onderhoudend en meeslepend opgetekend door Kevin Kelly. Niet in de laatste plaats dankzij de verschillende interessante ‘cases’ die hij beschrijft: o.a. over de techniekhatende terrorist Unabomber en de techniekvermijdende Amish in de VS.

De wil van technologie is een boek dat gewaardeerd zal worden door een breed publiek, maar vooral door mensen die geïnteresseerd zijn in de maatschappelijke effecten van technologie.

Aanvullende info

• Dwarsligger #160
• Oorspronkelijke titel: What technology wants
• Vertaling: Pon Ruiter e.a.
• Voorzien van register, literatuurlijst en verwijzingen naar relevante websites

Recensies uit de media

• Nature: ‘Een radicale herziening van de relatie tussen mens en technologie.’
• Douglas Coupland: ‘De wil van technologie is briljant en onmisbaar.’
• Seth Godin: ‘Het zal nog maanden duren voor ik ophoud dit boek in elke ontmoeting ter sprake te brengen.’

Over de auteur
Kevin Kelly (Verenigde Staten, 1952) is schrijver, fotograaf, natuurbeschermer en ex-hoofdredacteur van het tijdschrift Wired. Daarnaast schrijft hij artikelen voor o.a. The New York Times en The Economist. Naast De wil van technologie (2010) schreef hij ook Out of control (1994), een vuistdikke verhandeling over intelligentie. Hij stelt daarin dat intelligentie geen centraal gedirigeerd fenomeen is, maar slechts bestaat uit een verzameling kleine, eenvoudige componenten. Die beïnvloeden elkaar weliswaar, maar zonder centrale regie en op een zijdelingse manier, zoals bijen in een bijenkorf.